« Een vrouwenproject in de opvangcentra van het Rode Kruis». Ontmoeting met Barbara Rondiat

Barbara Rondiat is referentiepersoon voor het vrouwenproject van het opvangcentrum voor asielzoekers/-sers Pierre Bleue van het Rode Kruis in Yvoir. In die hoedanigheid werkt ze dagelijks voor de empowerment van vrouwen. Dit jaar gaat ze doorheen Franstalig België de teams in de andere centra bewustmaken van het project.

Kunt u zich even voorstellen ?

“Na mijn studie politieke wetenschappen heb ik me willen specialiseren in de kwesties van het geweld tegen vrouwen en ik heb de kans gehad een stage te doen bij de vereniging Le Monde selon les Femmes. Daar heb ik veel theoretische kennis opgedaan, en geleidelijk aan kreeg ik zin om veldwerk te verrichten, om met vrouwen te gaan werken en om wat ik geleerd had in de praktijk te brengen. Ik ben aangeworven als referentiepersoon voor vrouwen bij Pierre Bleue, met als hoofdopdracht het uitvoeren van het vrouwenproject dat al opgestart was bij het centrum.”

Het vrouwenproject in het centrum van Yvoir

Het Centrum Pierre Bleue huisvest momenteel, in februari 2018, ongeveer 140 personen, onder wie een vijftigtal vrouwen, een veertigtal kinderen alsook mannen in gezinsverband. Op dit ogenblik zijn er slechts weinig alleenstaande mannen, ongeveer 10-20.

“Van de vrouwen in het centrum nemen er ongeveer 20 deel aan het vrouwenproject. We werken met een ploeg van vier begeleidsters aan het project. Er zijn drie maatschappelijk assistentes van de sociale dienst die de procedure en de begeleiding opvolgen, ik begeleid de vrouwen vooral specifiek in hoe ze zich voelen, wat hun noden zijn… Als geheel brengt de ploeg de behoeften van de vrouwen in kaart en doet men beroep op verenigingen om zaken op te zetten op gemeenschappelijk niveau. Dat kan betekenen bij GAMS, La Voix des Femmes, Femmes et Santé, … Men werkt bijvoorbeeld op psycho-lichamelijk vlak, met relaxatieoefeningen, of ook nog rond geweldloze communicatie, steeds vertrekkend van de behoeften uitgedrukt door de vrouwen tijdens de individuele begeleiding. Men beslist niet in hun plaats over wat ze nodig hebben.

Om de participatie van de vrouwen te vergemakkelijken, komen ze vaak naar de workshops met hun kinderen. Dit is geen probleem, behalve misschien voor de relaxatiesessies !”

“In het kader van het vrouwenproject werkt men rond alle types van op gendergerelateerd geweld: gedwongen huwelijk, VGV, prostitutie, mensenhandel, seksueel geweld, seksuele uitbuiting, … Bijna alle vrouwen die naar het centrum komen hebben geweld meegemaakt, in hun land, op hun migratieweg of aangekomen in België. Vaak komen meerdere vormen van geweld tegelijk voor. Niet alle vrouwen hebben nood aan begeleiding op dit vlak; men past zich aan elke situatie aan.”

De verkenningstocht

“Dankzij een tool ontworpen door Garance met betrekking tot de openbare ruimte, heb ik een project opgezet betreffende de infrastructuur van het centrum door dit instrument aan te passen aan de centra. Men vertrekt van de Photolangage-techniek om te kunnen bepalen wat nu het gevoel is van veiligheid en onveiligheid, en daarna bekijkt men het plan van het centrum en vraag ik aan de vrouwen om de plaatsen aan te duiden waar ze zich niet veilig voelen. Het traject wordt bepaald op het plan en daarna gaan we kijken naar die verschillende plaatsen, opdat de vrouwen de onveilige plekken aanwijzen en met voorstellen komen tot een oplossing. Het zijn de vrouwen die in de centra wonen die het best weten hoe ze de ruimte beleven. We doen dit met verschillende groepen van vrouwen en telkens kunnen er verschillende zaken uitkomen. Dit heeft echt goed gewerkt; er zijn heel wat aanvullingen geweest en voorstellen die zeer bruikbaar en praktijkgericht waren wat betreft de verlichting, de douchegordijnen, … en er is ook gesproken over de voertuigen die rond de centra cirkelen .”

Sinds 2018 is deze verkenningstocht verplichte praktijk geworden in alle Franstalige centra van het Rode Kruis. Barbara kreeg als opdracht zich naar elk centrum te begeven en daar de eerste stap te zetten in die richting. Zo kunnen de medewerksters zich de tool eigen maken. Dankzij een technische fiche kunnen ze dit daarna herhalen met andere groepen vrouwen.

“Het is echt belangrijk dat de oplossingen van de vrouwen zelf komen. Men wil altijd enigszins zaken voorstellen aan de vrouwen, maar het is echt noodzakelijk dat het van henzelf komt.”

Een project in evolutie
Bijkomend aan de verkenningstochten heeft het departement Barabara ook gemachtigd om in de centra te gaan spreken over het vrouwenproject, de benadering toe te lichten en te werken aan de bewustmaking omtrent gender en gendergerelateerd geweld. Het idee is om zo het project voor te stellen aan andere vrouwen en indien zij het wensen een verwijzing naar het centrum Pierre Bleue te suggereren.

Denkt u dat er voldoende kennis is van het geweld dat de asielzoeksters meemaakten?

“Ja en neen. Veel mensen beseffen nog niet in welke mate de vrouwen gewelddaden meegemaakt hebben. Sommige vormen van geweld zijn beter gekend. Bijvoorbeeld, wat vrouwelijke genitale verminkingen betreft, heb ik de indruk dat meer mensen aandachtiger zijn, voornamelijk dankzij het werk van de gespecialiseerde verenigingen. Maar betreffende andere onderwerpen zoals seksuele uitbuiting is er nog erg weinig geweten. Er wordt niet echt over gesproken. Soms zien we vrouwen die al verscheidene asielaanvragen gedaan hebben en die geweld ondergaan hebben, waarover ze nog nooit gesproken hebben tijdens hun asielprocedure. Soms help ik vrouwen met hun asielgesprek, want er groeit een vertrouwen tussen ons door de begeleiding en de vrouwen delen dan hun geweldservaringen met mij.”

“In het kader van het vrouwenproject heeft men indicatoren opgesteld waarmee de centra vrouwen die geweld meemaakten, kunnen identificeren. Zij kunnen doorverwezen worden naar het centrum Pierre Bleue of een individuele begeleiding opstarten in het centrum waar ze verblijven.” 

Het werk rond VGV

“Ik heb geen specifieke vorming gevolgd bij GAMS maar heb wel vaak samengewerkt met de organisatie. Naarmate ik documentatie las en ervaring opdeed met veldwerk, kwam ik steeds meer te weten over het onderwerp. Momenteel bespreek ik besnijdenis met de vrouwen die ik ontmoet, maar niet met iedereen en niet noodzakelijk meteen, dat hangt af van de vrouw en van de band die met haar ontstaat. De vrouwen met wie ik gesproken heb waren steeds heel ontvankelijk en zeer enthousiast bij het idee te kunnen deelnemen aan activiteiten van GAMS.”

“Nu is er een contactpersoon voor VGV in elk asielcentrum. Bij mijn organisatie is de contactpersoon de verpleegster van het centrum. Het zou prachtig zijn mochten de contactpersonen voor VGV eveneens contactpersonen zijn met een vorming inzake alle gendergerelateerd geweld.”

Barbara Rondiat tijdens de jaarvergadering van SC MGF in 2017 (credits Bea Uhart)

“Samen met mijn collega die referentiepersoon is voor VGV neem ik deel aan de activiteiten van GZ VGV (Gezamenlijke Strategie voor de Strijd tegen Vrouwelijke Genitale Verminking), zoals de jaarvergadering.

Vorig jaar hebben we vrouwen van het centrum begeleid naar een workshop van GAMS in Namen, over de thema’s besnijdenis en seksualiteit. De vrouwen waren echt tevreden met deze voormiddag, het was bijzonder verrijkend! Bijgevolg heeft men besloten de verantwoordelijke van GAMS voor Wallonië alsook de seksuologen die deelnamen aan de workshop, uit te nodigen en hier de workshop te hernemen. Gedurende de ochtend waren er dames van verschillende origine en daarna hebben de Somalische vrouwen beslist om ook na de middag verder te gaan. In het begin was er enige terughoudendheid, maar geleidelijk aan begonnen de vragen op te komen. De vrouwen konden vragen stellen die nog niet aan de orde kwamen tijdens de individuele begeleiding.”

Wat zijn de moeilijkheden voor u?

“Eén moeilijkheid is het vinden van tolken om met de vrouwen te werken. Voor de Somalische vrouwen is het vaak moeilijk een vrouwelijke tolk te vinden want bij een man zijn de vrouwen minder op hun gemak. Voor de vrouwen die Tigrinya spreken kan ik niet eens een tolk vinden, soms enkel aan de telefoon. Daardoor kan ik niet werken met hen.”

“Voor de asielzoeksters is de asielprocedure zelf een grote moeilijkheid en dan voornamelijk de termijnen, die voor sommige personen heel lang kunnen zijn. Waar de meeste personen die in het centrum Pierre Bleue verblijven daar al ten minste zes maand zijn, wachten sommige al verscheidene jaren, tot zeven jaar! Sommige nationaliteiten zijn bijzonder vatbaar om te moeten wachten vóór ze zelfs een eerste afspraak krijgen, laat staan een definitief antwoord… Het is onmenselijk.”

“Een andere moeilijkheid, algemener, is het personeelsverloop in de centra. Dit maakt dat het noodzakelijk is continu personen te vormen inzake genderkwesties. De personeelswissel valt te begrijpen doordat het moeilijk werken is in de asielcentra, men leeft bijna met de mensen, men is er de hele dag, soms ‘s avonds en in het weekend. En de mensen die aankomen hebben dikwijls moeilijke levensverhalen. Op psychologisch vlak is het dus niet altijd gemakkelijk voor het personeel. Men moet leren de juiste afstand te houden, niet te dicht, niet te ver.”

Wat zijn de perspectieven voor het vrouwenproject? 

“Ik zou graag verder gaan met de opleiding van medewerkers en medewerksters over gendergebaseerd geweld. Ik wil ook de samenwerking versterken tussen externe verenigingen gespecialiseerd in deze thematieken en het geheel van de Rode Kruiscentra.

Het is mijn droom in mijn centrum een actietheaterproject op te zetten opdat we een stem zouden kunnen geven aan de vrouwen die we begeleiden… opdat zijzelf het geweld waarvan ze het slachtoffer zijn zouden kunnen aanklagen!”

Tekst en foto’s: Stéphanie Florquin (vertaald uit het Frans)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *