Van een persoonlijke interesse naar een professioneel engagement: een brug tussen België en Guinee – getuigenis van Jessica Tatout.

IMGP0253Mijn naam is Jessica Tatout. In 2012 vertrok ik, in samenwerking met de vzw Aniké, naar Guinee voor een stage rond vrouwelijke genitale verminking. Gezien dit onderwerp mij enorm interesseerde, ben ik na mijn terugkomst in België op zoek gegaan naar een manier om ook me hier te engageren. En ik heb het geluk gehad een baan te vinden bij GAMS.

Vertrek naar Guinee

Ik volgde het postgraduaat Noord-Zuid in Kortrijk. In het kader van deze opleiding moest ik een stage volbrengen van 5 maanden. Ik had altijd al veel interesse voor alles wat te maken had met vrouwen en kinderen. Ik was ook al goed geïnformeerd over het onderwerp VGV: ik had boeken gelezen en films gezien, onder andere van Waris Dirie. Het onderwerp had me erg geraakt. Het is een praktijk die erg schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid van vrouwen en kinderen, en die vooral vrouwen en kinderen raakt. Ik wilde graag rond dit thema gaan werken, en ik zag de stage als een ideale manier om dit te doen. Ik wilde ook in een lokale organisatie werken, en niet in een grote, internationale organisatie. Aniké stond in de stagelijst van school, zo heb ik de vzw leren kennen. Toen ik Anneke voor het eerst ontmoette, heb ik hun werkwijze meteen geapprecieerd. De vereniging werkt direct samen met de gemeenschappen en lokale NGO’s en werkt in functie van de noden die de gemeenschappen zelf definiëren. Er zijn niet veel organisaties die echt zo werken. 

In die tijd had Aniké nog geen concreet project rond vrouwelijke genitale verminking. Het gebeurde meer op informele manier. Ik vertrok dus om een meer formele activiteit op poten te zetten. 

Initieel was het de bedoeling dat het project in Conakry zou opgestart worden. Maar doordat onze partner FELICA op dat moment veel andere verplichtingen had, was het niet mogelijk het project in Conakry te starten. Via een andere partner heb ik dan kennis gemaakt met Bintou Mady Kaba van de NGO ASD, die gebaseerd is in Kankan, in het binnenland. Ik ben naar daar vertrokken om de situatie te gaan evalueren, om te begrijpen waarom VGV nog steeds uitgevoerd wordt.  

In Guinee hadden al redelijk wat sensibiliseringsactiviteiten plaatsgevonden, maar VGV wordt er nog steeds erg veel uitgevoerd. In 2012 hadden 96% van de vrouwen in Guinee VGV ondergaan. Via onze studie wilden wij begrijpen waarom het nog steeds zo veel uitgevoerd werd, en wat de bevolking dacht van campagnes tegen de praktijk zagen. We dachten dat er misschien een probleem was in de manier waarop de sensibilisering uitgevoerd werd, gezien er al veel activiteiten rond de problematiek georganiseerd waren maar de praktijk gewoon doorging. 

Bintou Mady en ikzelf zijn toen informatie gaan zoeken. We hebben heel veel mensen geïnterviewd. Het was heel erg interessant! Zowel in de stad als in dorpen gingen we met iedereen in gesprek: met jongeren, ouderen, dorpbewoners, professoren, artsen, advocaten enz. We gingen echt op onderzoek in verschillende sociale lagen en domeinen, om een zo globaal mogelijk idee te krijgen. En we hebben echt veel informatie kunnen verzamelen. We hebben een rapport geschreven en doorgestuurd naar de vzw Aniké, die het geapprecieerd heeft. Dus hebben we, op basis van de resultaten, een pilootproject geschreven, waarvan Aniké de uitvoering heeft gefinancierd. 

Lancering van het project rond VGV in samenwerking met de vzw Aniké

In 2012 hebben we dus voor het eerst het project uitgevoerd. In het begin, gezien het om een pilootproject ging, 2014organiseerden we de activiteiten in 3 dorpen. Toen hebben we gezien dat de strategieën goed werkten, we verkregen goede resultaten. We hadden goede contacten in de dorpen, en er kwamen rijke uitwisselingen tot stand. 

Vandaag zijn we een tweetal jaar laten en het project gaat steeds verder. Ieder jaar organiseren we een nieuwe campagne, en telkens komen er 2 nieuwe dorpen bij. Dit jaar is Karfamoria één van de nieuwe dorpen. Dit is het dorp waar we wonen. We kunnen toch geen activiteiten doen in andere dorpen, en zien dat de praktijk blijft uitgevoerd worden daar waar we wonen! Wij hadden zelf al met de familie gepraat. Toen ik daar woonde praatte ikzelf vaak over het thema met de zussen en vrouwen van de familie. Gezien ik ze goed kende, was het niet moeilijk om het onderwerp aan te kaarten. Wij weten dat het in onze familie niet meer zal gebeuren. Maar we willen dit voor heel het dorp!

De dorpen worden geïdentificeerd in samenwerking met de landelijke radio, die een belangrijke partner is. In Kankan werken de media niet zoals hier. Het is moeilijk om de mensen te bereiken, gezien er erg weinig elektriciteit is. Voor veel mensen die in dorpen wonen is de landelijke radio echt een verbinding met de stad en de rest van de van de wereld. De landelijke radio organiseert vaak activiteiten in de dorpen, en kent de mensen er dan ook goed. Ze hebben een goede band met de mensen. De landelijke radio weet wat er gaande is in de dorpen, en raad ons aan om in bepaalde dorpen te gaan werken omdat ze denken dat de activiteiten daar, en op dat moment, het dringendst zijn. In het begin trekken we samen met de medewerkers van de radio naar de dorpen, die ons er introduceren. 

De ontwikkeling van een respectvolle en participatieve methode 

2012Als we voor het eest in een dorp komen, vragen we eerst de toestemming aan de dorpsoudsten om het woord te mogen nemen. We leggen uit wat we zouden willen doen, en waarom, en we vragen hun toestemming hiervoor. Tot nu toe wilden alle dorpen waar we ons voorstelden, samenwerken met ons. We werken op een erg zachte manier, en ik denk dat de mensen dit appreciëren. 

Alle dorpen hebben aanvaard om rond het thema VGV te gaan debateren. Dit maakt het terrein toegankelijker voor ons, omdat de dorpsoudsten het dorp al wat voorbereiden. Ze stellen ons voor aan mensen van wie zij denken dat zij tegen VGV willen gaan strijden. Het is erg belangrijk om de steun van de ouderen, zowel mannen als vrouwen, te hebben. 

In elk dorp wordt een comité van vrijwilligers opgesteld, die de taak hebben om te gaan sensibiliseren. De leden van de comités krijgen eerst een vorming. Ze zijn, onder andere, verantwoordelijk voor de sensibilisering. Tijdens de jaarlijkse campagne krijgen zij een per diem, om tijdens die periode aan hun behoeften te kunnen voorzien. Maar de sterkte van deze comités zit in hun persoonlijk engagement. 

We hechten ook veel belang aan opvolging en evaluatie. We leren dus ook steeds bij. Als we zien dat een bepaald aspect minder goed gaat en dat de mensen andere ideeën hebben, passen we de strategie aan. We voegen aspecten toe, ons programma is flexibel. Het is belangrijk om je aan te passen aan de realiteiten van het terrein. 

Staan de dorpsoudsten niet negatief tegenover de strijd tegen VGV? 

In de dorpen waar wij actief zijn hebben de dorpsoudsten altijd de toestemming gegeven voor de sensibilisering. Velen onder hen staan zelfs achter de activiteiten. Toch zijn de meningen verdeeld. Sommigen kenden de gevolgen van VGV. Mensen die gereisd hadden, bijvoorbeeld, hadden dit geleerd en waren vaak tegen besnijdenis. Velen onder hen zeiden dat ze hun dochters hadden willen beschermen tegen de praktijk, maar dat hun vrouw hun dochters had laten besnijden zonder hun medeweten. Daarnaast is er ook een groep mensen die voor VGV zijn, maar die open zijn, die het debat willen aangaan en nadien veranderen van mening. Er zijn natuurlijk ook mensen die sterk voorstander zijn van de praktijk. Met hen is het moeilijker, maar daarom zijn de comités ter plaatse er. Zij blijven sensibiliseren en informeren. Het is een project op lange termijn, dergelijke veranderingen vragen tijd. 

Hoe reageren de mannen tegenover de campagnes? 

Wij willen ook mannen betrekken tot het project. We hebben vastgesteld dat VGV een taboe is, en dat mannen en vrouwen onder elkaar niet over het onderwerp spreken. Soms gebeurd het dat mannen tegen de praktijk zijn, maar dat hun vrouw dit niet weet. En ze durven het onderwerp niet aankaarten. We dachten dus dat het belangrijk zou zijn dat mannen en vrouwen, al was het maar binnen het gezin, met elkaar zouden beginnen praten. Zodat ze zouden weten wat hun partner over de praktijk denkt. Als er over het onderwerp gesproken kan worden, is dit al een goed begin!

Dus proberen we de mannen te betrekken, en we hebben gemerkt dat zij echt gemotiveerd zijn. In alle dorpen zijn er mannen, zowel oud als jong, die gaan sensibiliseren. Ze gaan praten met hun vrienden, maar gaan soms zelfs naar omliggende dorpen om het onderwerp daar aan te kaarten. 

Eén van de eerste activiteiten die we in de dorpen organiseren zijn de publieke spellen in samenwerking met de landelijke radio. Toen we voor de eerste keer in Djirlan kwamen, heeft een jongeman voor heel het dorp een liedje gezongen tegen vrouwenbesnijdenis. Iedereen stond versteld! We hadden veel respect voor hem, want het is niet vanzelfsprekend voor jongeren om zo openlijk over het onderwerp te spreken ! Het project begon nog maar pas, dus wat hij deed was erg moedig! Nadien heeft hij veel kritiek gekregen vanuit de gemeenschap. “Dat zijn je zaken niet, je mag er niet over spreken. Het is een vrouwenzaak!”. Maar hij heeft zich niet laten ontmoedigen. Integendeel, hij is blijven praten en heeft zich bij het comité gevoegd. Toen ik in augustus terugkeerde, hebben we hem weer gezien. Nu kan hij vrij over het onderwerp spreken, de mensen aanvaarden het! Het doet ons veel plezier om zo’n dingen vast te stellen! Zo zie je dat het werkt. 

Terugkeer naar België en het begin bij GAMS…

Het was niet makkelijk om terug te keren naar België. Ik vond het erg leuk in Guinee en was er graag langer gebleven. Maar gezien er in Guinee geen mogelijkheid zag om een job te vinden, heb ik beslist om terug te keren en mijn studie af te werken.

Het belangrijkste voor mij was om rond het thema te kunnen blijven werken. Of het nu in Guinee, in België of ergens anders was, ik wilde in dit domein blijven werken. Ik ben dan ook blijven meewerken met de vzw Aniké. We blijven overleggen met onze partner in Guinee in verband met de campagnes. 

Toen ik op zoek was naar werk, herinnerde ik me het bestaan van GAMS. En toevallig liep er op dat moment ook een vacature. Ik vond dit ideaal, want nu kon ik ook tijdens mijn werk rond hetzelfde thema werken. 

De link tussen het werk in België en ik Guinee

In Guinee heb ik veel zaken geleerd die mij ook tijdens het werk in België helpen. De kennis die ik opdeed over de problematiek en over het land helpen me bij het contact met de mensen bij GAMS. Omgekeerd leerde ik ook veel zaken bij GAMS die belangrijk zijn voor het werk in Guinee. Zo heb ik bijvoorbeeld de tools van GAMS meegenomen toen ik afgelopen zomer terugkeerde naar Guinee. ik heb ze gegeven aan onze collega’s en de comités in de dorpen, en zij hebben de tools erg geapprecieerd.  

GAMS is in België erg actief in de vorming van professionelen. Dit wordt in Guinee nog niet veel gedaan. Op dit vlak 2014 (2)hebben de tools van GAMS onze collega’s veel geïnspireerd. Toen Dr Mara de “Handleiding voor betrokken beroepssectoren” had gelezen, was hij erg enthousiast! Hij belde ons dezelfde avond nog op om te zeggen dat hij het boek erg interessant vond en dat hij heel wat ideeën had opgedaan. We hebben een vergadering gepland en hebben nu een nieuw idee voor een project. We zouden graag vormingen organiseren voor het gezondheidspersoneel in Guinee. We gaan nu dus op zoek naar subsidies om dit te kunnen financieren. 

Er bestaat op dit niveau namelijk een groot probleem in Guinee. Ten eerste is het gezondheidpersoneel niet altijd voldoende geïnformeerd om de gevolgen van VGV op een gepaste manier te verzorgen. Daarenboven is het vaak het gezondheidspersoneel zelf die de praktijk uitvoert. VGV wordt steeds meer gemedicaliseerd. En dit is een groot probleem. Daarom willen wij, naast de campagnes in de dorpen, ook actie ondernemen in de medische wereld. Dit wordt natuurlijk nog een groot werk!

2014, terugkeer naar Guinee na anderhalf jaar…

Toen ik afgelopen zomer terugkeerde naar Guinee, heb ik vastgesteld dat de comités in de verschillende dorpen erg geëngageerd zijn. Ik ben ervan overtuigd dat het project goed verloopt. 

We zijn, onder andere, naar de twee nieuwe dorpen gegaan: Dabadou en Tenkelen. Ik kende Dabadou al, want in 2012 waren we er geweest voor ons onderzoek. Toen was er een duidelijke vraag van de gemeenschap uit om hen te ondersteunen in de strijd tegen VGV. Ik was dus erg blij om te zien dat het project hier nu daadwerkelijk actief was. In het andere dorp, Tenkelen, was ik voordien nog nooit geweest. Toen ik er kwam zag ik al snel iets heel speciaals: ik voelde een groot respect tegenover de vrouwen. Ik apprecieer de relatie die er tussen de vrouwen en mannen in Tenkelen bestaat. Je voelt dat er echt rekening wordt gehouden met de vrouwen, op verschillende niveaus. Dit is niet altijd het geval in Guinee. 

In de toekomst willen we de comités van de verschillende dorpen meer samen laten komen, zodat er een onderlinge uitwisseling tot stand kan komen. Eén van de dingen die Tenkelen hopelijk zal overbrengen aan de andere comités, is dit respect voor vrouwen. 

Wat de dorpen betreft waar we al sinds 2012 actief zijn, was het een plezier om te zien dat het project nog altijd actief is. De betrokken personen zijn geëngageerd en de comités zijn zelfs gegroeid! Bintou Mady en de collega’s van ASD hebben een goede band met de comités in de dorpen. Ze verzetten er echt mooi werk! Ik herinner me een dame in Gbéléma, die in het begin erg kwaad was door de activiteiten die we organiseerden. We hebben met haar proberen praten, om te begrijpen waarom ze zo kwaad was en om uit te leggen waarom het project georganiseerd werd. Ze heeft toen geweigerd om met ons te praten, ze heeft ons gewoon aan de deur gezet! Dit jaar heb ik gevraagd aan het comité hoe het ondertussen met deze vrouw ging, en naar het schijnt nam ze onlangs deel aan de publieke spelen van de radio. Je ziet dus dat de mensen, die in het begin zo tegen het project waren, zich met de tijd toch beginnen open te stellen. We zien dus een evolutie in de dorpen! De comités werken goed, ze weten hoe ze het onderwerp moeten aankaarten en slagen erin hun omgeving beetje bij beetje te overtuigen. Het zal natuurlijk nog wat tijd vragen voordat iedereen overtuigd is. Maar we zien dat de strategie werkt en dat steeds meer mensen achter de comités staan. Ik heb dus veel vertrouwen in de toekomst!